Het is nog altijd "mijn geliefde bos"

Een gesprek met Bert Post is een reis door de geschiedenis van de recreatie in Nederland. Over de opkomst van de recreatieterreinen, de invloed van de televisie en individualisering naar de huidige vakantieparken, waar gasten genieten van het animatie-aanbod. Recreatie is een iets ander verhaal: meer vanuit een groot idee van ontmoeten en samen beleven.

Bert is bijna 18 jaar directeur geweest van RCN Het Grote Bos.

Toen hij in 1992 begon als directeur, waren recreatieterreinen een belangrijk onderdeel van de Nederlandse vrijetijdscultuur. Vaste gasten verbleven vaak het hele seizoen op het park en namen deel aan diverse recreatieprogramma's voor volwassenen. Deze "bosbevolking", zoals Bert hen noemde, bestond vooral uit gezinnen en oudere gasten, wat zorgde voor een hechte gemeenschap. "Het was een tijd waarin je echt een band opbouwde met de gasten, je maakte tijd vrij voor ze en het was altijd leuk," herinnert Bert zich.

In zijn periode werden veel huisjes verkocht, vaak omdat de eigenaren vanwege hun leeftijd een stap terug moesten zetten. Deze momenten waren vaak emotioneel beladen. "Ik heb veel tranen zien vloeien," zegt Bert. "Als directeur wilde je dan klaarstaan om mensen te troosten en hen uit te nodigen om nog eens terug te komen."

Wika’s en de recreatieparken

Bert kan goed vertellen over hoe Het Grote Bos als recreatiecentrum is ontstaan. In heel Nederland zag je de opkomst van dat soort initiatieven. De arbeidersbeweging had ook kampen in Nederland en die deden daar veel aan recreatie. De Paasheuvel in Vierhouten is daar een goed voorbeeld van. De Hervormde Kerk wilde daarop aansluiten. Mensen kregen meer vrije tijd. De vrije zaterdag werd ingevoerd en mensen kregen een week vakantie. De vrije tijd moest niet in ledigheid worden doorgebracht maar nuttig worden besteed. Daarom werd er aan recreatie gedaan. De parken waren er ook om de natuur te beleven. In die tijd werden op de Horst in Driebergen wika’s opgeleid: werkers in kerkelijke arbeid; een soort assistent van de predikant. De wika’s hielden de kerkelijke gemeenschap mede op gang.

Theo Rijks was zo’n wika en de eerste directeur van Het Grote Bos.

De Hervormde Kerk kocht het landgoed Hydepark in 1952 en het “Overbos” moest worden ingericht als vakantiecentrum. In het begin was er niets. Mensen namen caravans mee, er werden zelfs afgedankte spoorwegwagons aangesleept. Er kon veel en je wist niet hoe het zich ging ontwikkelen.

Hechte gemeenschap

Er was vroeger een vrij hechte groep van mensen die hier altijd waren. Dat maakt vanzelf een gemeenschap van vaste gasten. Er kwamen een Gemeenschapsraad en een Bosraad uit. Er werden volksdansevenementen georganiseerd en zelfs judo-wedstrijden. In die tijd werd dat gedaan door vrijwilligers, mensen van het bos. Dat was toch echt uniek en daardoor kreeg je een bepaalde open sfeer, die aantrekkelijk was voor mensen.

De Hervormde Kerk speelde een cruciale rol in de geschiedenis van Het Grote Bos. Wika’s liepen bijvoorbeeld stage op Het Grote Bos.

Bert was zelf ook betrokken bij de recreatieve en religieuze activiteiten op het park, zoals recreatievieringen die openstonden voor iedereen, ongeacht hun religieuze achtergrond. Deze vieringen werden zelfs zo populair dat de IKON radio- en tv-uitzendingen vanuit Het Grote Bos en de andere parken verzorgde.

De verandering naar moderne vakantieparken

Bert zag de recreatie op Het Grote Bos evolueren. Waar vroeger de nadruk lag op het samen recreëren en gemeenschapsvorming, zag hij door de opkomst van de televisie en individualisering een verschuiving naar meer op zichzelf staande activiteiten. "De hele wolk van gemeenschap was er wel, maar is langzaam maar zeker afgevlakt," merkt Bert op. Televisie in bungalows werden concurrent van de gemeenschappelijke recreatie. Dit en de voortgaande individualisering leidde tot verschraling van de recreatie.

Naar een nieuwe balans

Hoewel Bert begrip heeft voor de ontwikkeling naar meer geanimeerde vakantieparken, pleit hij voor een blijvende verbinding met de natuur. "Naast het animatie-aanbod zou ik graag zien dat kinderen aandacht voor de natuur wordt bijgebracht," zegt Bert. “Hoe mooi is het dat ze weten wat een eik is, wat een beuk is. Dat ze naar de diertjes kijken, naar de paddenstoelen. De geluiden van de specht herkennen. Want als je die ontmoeting met de natuur zoekt, dan krijg je daar meer respect voor."

Bijzondere plek

Een groot deel van zijn leven heeft zich in Het Grote Bos afgespeeld. Hier zijn ook hun kinderen geboren. “Dan heeft dit bos toch een bijzondere plek in je hart.” 

Nog regelmatig komt Bert op het park. Als hij Eelco ontmoet, heeft hij het nog altijd (met een twinkeling in zijn ogen) over “zijn geliefde bos”.


Vorige
Vorige

Het Grote Bos, wie er eenmaal geweest is, komt (bijna) altijd weer terug

Volgende
Volgende

In het bos van Kerk en Wereld