“Het is wel een klushuisje, mevrouw.”
"Het is wel een klushuisje, mevrouw.” Maar dat bleek een understatement.
Bij het lupineveld op het Grote Bos springt 1 huisje meteen in het oog. Een a-typische vorm en de dakconstructie bedekt met sedumgras. “Het dak moest een helling hebben van 52 graden,” vertelde Else, de bewoonster. “Iets met energie,” voegde ze eraan toe.
Binnen voel je direct een prettige sfeer. Het eerste wat opvalt, is het licht, de ruimte en hoe elk plekje benut is. Overal waar je kijkt, is iets te zien. Bij binnenkomst zou je kunnen denken: "Wat een drukte," maar door de doordachte, ruime opzet, ondersteund door het spel van lichte kleuren en licht vanuit alle hoeken, voelt de ruimte veel groter aan dan zijn bescheiden afmetingen van 6 bij 8 bij 4 meter hoog. De hoge schuin oplopende zoldering, grote ramen en de slaap entresol, met een werktafel eronder, dragen allemaal bij aan dit gevoel van ruimte. Elk perspectief in het huisje biedt weer een ander zicht en een andere ervaring. De ruime, complete keuken biedt uitzicht over het lupineveld. Hier is alles wat je nodig hebt om te genieten van het leven op het Grote Bos.
Klushuisje
Voordat het huisje in zijn huidige vorm bestond, ging er een lang proces aan vooraf. Van de aankoop en de eerste klussen, tot de beslissing om het klushuisje volledig af te breken en een geheel nieuw huis, naar eigen smaak en stijl, op te bouwen. In het eerste seizoen stuitte Else al op verborgen gebreken: een vloer vol houtworm, een verbrande achterwand verborgen achter een stapel hout, een open keukenafvoer en een levensgevaarlijk aangesloten elektriciteitssysteem. Het klussen leek een ingewikkeld tienjarenplan te worden. Toen ze maanden eerder het contract tekende bij parkmanager Anneke Kuipers, kreeg ze de waarschuwende woorden te horen: "Het is wel een klushuisje, mevrouw." Else schaterde: "Nou… dat was een understatement."
Heksenhuisje
In de winterperiode keerde Else terug naar Amsterdam, waar ze in contact kwam met Daniel Duschek, een restaurateur van Zaanse huisjes en een meesterlijke meubelmaker. Hij zag het wel zitten om iets nieuws neer te zetten; “een heksenhuisje,” zoals ze het zelf aan hem beschreef. Hoewel hij zoiets nog nooit eerder had gedaan, was dat voor haar geen probleem. Samen met hem en een architect begonnen ze plannen te maken. De eerste schets voldeed echter niet aan wat ze in gedachten had. Ze nodigde Daniel en architect Greven uit naar het oude huisje, waar ze hen liet zien en voelen wat ze voor ogen had. Dit resulteerde in een nieuw ontwerp. Na het afronden van de formaliteiten konden ze de eerste piketpalen uitzetten. Maar die werden toch nog een keer verplaatst om de juiste positie te bepalen.
Else wist niet alleen wat ze wilde, maar ook hoe ze het wilde. En ze wilde per se zélf meewerken. De eerste tekening dateert van juli 2013; daarna kwamen de sloop- en bouwvergunningen. En de uitwerking begint in februari 2014. Eerst bouwde Daniel het fundament, goot het beton en bouwde het skelet. En daarna kon Else meewerken. Specialistische werkzaamheden werden door lokale vakmensen uitgevoerd. “Niet alleen het onderhoud en eventuele reparaties, achteraf,” was het standpunt van Else. Zo kwamen de grondwerker en de loodgieter uit het dorp. Bijna alles in het huisje is met de hand gemaakt: deuren, kozijnen, ramen, kasten. Zodra de ramen erin zaten, sliep ze 12 juli voor het eerst in haar nieuwe huisje, op het kale beton. Eind juli kwam het sedumdak er op en legden ze de bamboevloer.
Daarna volgde de afwerking van het interieur. Al het restmateriaal werd hergebruikt. Van alle balken in het huis werden de kontjes bewaard, die nu de boekenkast vormen. Voor de verjaardag van Daniel maakte Else een pruik van de schaafkrullen. Zelfs het zaagsel werd niet weggegooid; daarmee werd kip gerookt op ceder- en beukenhout. Het bouwen was een plezierig proces, vol humor. Mensen zagen haar als de vrouw van het “heksenhuisje."
Eén met de omgeving
Else kocht het huisje vooral vanwege de locatie in het park, vlak naast haar vrienden. De natuur is overal om haar heen: vogels, slakken voor de deur, een reetje in de voortuin, een ringslang onder de stoel door, een verdwaalde pad in de badkamer, hagedissen, een marter en zelfs een muizennest in de auto.
De omgeving biedt nog meer, zoals het natuurzwembad in Leersum en de moestuin bij Bartiméus, waar ze vrijwilligerswerk deed in het theehuis en verantwoordelijk was voor bijzondere lunches.
Else is uiteindelijk dankbaar voor wat aanvankelijk een miskoop leek. Want ze kreeg nu de ruimte zelf te doen wat ze wilde.
"Is dit uiteindelijk jouw plek?" vraag ik haar. "Ik kan op vele plekken zijn," zegt ze. "En ook van deze plek heb ik een eigen plek gemaakt."
En de toekomst? “Daar ben ik niet mee bezig,” zegt ze. "Ik leef in het hier en nu."